Een nieuw woord, dat in de wereld van de passieve brandbescherming opgedoken is. In de oude NBN‑situatie komt dit woord niet zo vaak voor. Het toepassingsgebied van een brandproefresultaat volgt automatisch uit de brandproef-opstelling. Eventuele afwijkingen of uitbreidingen worden voorgelegd aan het I.S.I.B, dat als enige expert ter zake een standpunt inneemt.
In een Europese omgeving kan dat natuurlijk niet en worden er
dus een aantal regels neergeschreven, die de grenzen van het
toepassingsgebied voor beproefde elementen nauwkeurig vastleggen. Het NBN‑standpunt voor doorvoeringen van leidingen hield in dat de leidingen getest werden met afgesloten uiteinden aan beide zijden. Het proefresultaat gold dan voor alle toepassingen van doorvoeringen van kunststof‑ of stalen leidingen doorheen geteste wand‑ of vloertypes tot de maximaal geteste diameter.
De Europese normen hechten echter veel belang aan de wijze waarop de leidingen tijdens de brandproef afgesloten worden (men spreekt dan over "capped” of “uncapped" combinaties).
Heel wat testen zijn uitgevoerd op basis van de meest kritieke situatie (U/U). De eerste letter staat voor het al dan niet afsluiten van het uiteinde van de leiding in de oven, “capped” (uiteinde van de leiding afgedicht) of “uncapped” (uiteinde van de leiding open). De tweede letter staat voor het al dan niet afsluiten van het uiteinde van de leiding aan de niet‑blootgestelde zijde tijdens de brandproef. De experten ebben namelijk geoordeeld dat de wijze van afsluiten invloed heeft op de hittestroom in de leiding tijdens de brandproef en maken een onderscheid tussen open leidingen (vb. regenpijpen) en al dan niet geventileerde afvalwaterleidingen.
Voor alle details hieromtrent verwijzen wij naar het WTCB contact 2016/3.
Volg #Promat op