Opbouw:
1. Betonnen vloer, min. sterkteklasse C25/30, stabiliteit berekend bij omgevingscondities. Totale vloerdikte (a) h1 (trapeziumplaat) + h2 (betonplaat) = 100 tot 280 mm - (b) h1 (zwaluwstaartplaat) + h2 (betonplaat) = 80 tot 200 mm.
2. (Gegalvaniseerd) Stalen (a) trapeziumplaat of (b) zwaluwstaartplaat, d = min. 0,75 mm, stabiliteit berekend bij omgevingscondities.
3. Promat
®-BONDSEAL (hechtlaag), aan te brengen op een vetvrij, zuiver oppervlak zodat een voldoende hechting verzekerd wordt. Indien het oppervlak niet voldoende zuiver is, dient het gereinigd te worden (cfr. "Handleiding voor het aanbrengen van PROMASPRAY
®-P300").
4. PROMASPRAY
®-P300 brandwerende spuitpleister, d = 16 mm voor trapeziumplaten (a), in lagen met een maximumdikte van 25 mm profielvolgend op de onderzijde van de trapeziumplaat gespoten of d = 16 mm voor zwaluwstaartplaten (b), waarbij eerst de openingen volledig worden gevuld met pleister die met een spatel licht wordt aangestreken, waarna de benodigde beschermingsdikte verder wordt aangebracht. De eerste laag PROMASPRAY
®-P300 dient te worden aangebracht terwijl de hechtlaag nog kleverig is (cfr. "Handleiding voor het aanbrengen van PROMASPRAY
®-P300").